29. Gerard van Midlum

Studeerde te Leiden, waar hij 18 april 1695, 23 jaar oud, voor de theologie werd ingeschreven, werd in 1698 predikant te Muiderberg, in 1706 te 's-Graveland en kwam 21 oktober 1725 van daar naar Den Bosch. Op zijn eigen verzoek werd hij 8 november 1730 benoemd tot hoogleraar in de gewijde letteren aan de Illustre School, maar tengevolge van een hevig en aanhoudend voeteuvel kon hij eerst 21 april 1732 met een openbare rede zijn ambt aanvaarden. Op 29 april 1732 werd hij opnieuw, 61 jaar oud, maar nu honoris causa en met vermelding van zijn functie als „V.D.M. et Sacrarum Litterarum Professor apud Sylva-Ducenses” te Leiden ingeschreven, met het oog op zijn promotie in de godgeleerdheid, die 1 mei 1732 aldaar plaats had. Enkele weken te voren, 4 april 1732, had de rector-magnificus T.H. van den Honert (1666-1740) uit naam van de theologische faculteit de senaat verzocht, van Midlum uit hoofde van zijn professoraat te Den Bosch bij zijn promotie te ontslaan van het voorgeschreven examen en de disputatie, mits hij het vastgestelde honorarium betaalde, en de senaat had daarin toegestemd.

In 1741 is van Midlum met emeritaat gegaan. De leerstoel van de gewijde letteren bleef voorlopig onbezet. Van Midlums opvolger als predikant, Joachim Mobachius (1699-1790) herdacht hem 24 november 1742 in een lijkrede, waarvoor hij Job XIV, 2 als tekst had gekozen.

Uit van Midlums huwelijk met Wilhelmina Backer (overleden Leiden 19 oktober 1761) zijn, voorzover bekend, twee dochters geboren.

Zijn dochter Johanna Susanna huwde te Den Bosch 2 september 1734 met Hendrik van de Graaf, cornet in het regiment carabiniers van Kolonel van de Gronde.

Zijn dochter Elisabeth Wilhelmina (1712-1742)* huwde te Den Bosch 21 februari 1729 mr. Christiaan Paulus van Beresteyn (1705-1758)*, eigenaar (door vererving augustus 1734) van het kasteel Maurick te Vught en (door aankoop begin 1726) van de Kleine Ruwenberg te St. Michielsgestel. Uit dit huwelijk zijn geboren: Wilhelmina Elisabeth (1730-1757)*, gehuwd te Vught 5 december 1747 met Jacques Imbert de Martines (1718-1777)* generaal-majoor der infanterie in Staatse dienst, later gehuwd met Elisabeth Slicher, Paulus Cornelis (1731-1731)*, Paulus Cornelis (2) (1732-1755)*, Johanna Catharina (1733-1735)*.

Mr. Christiaan Paulus van Beresteyn hertrouwde 11 maart 1743 in de Vrije Rijksheerlijkheid Horsschen (Hörstgen, Nordrhein, Westfalen) zonder toestemming van de ouders van de bruid en met dispensatie van de voorgeschreven afkondiging met Catharina Wilhelmina Brühl (1723-1794)*.

Van Midlum kocht in juli 1737 van zijn schoonzoon mr. Chr.P. van Beresteyn het kasteeltje De Kleine Ruwenberg te St. Michiels-Gestel, maar verkocht het 24 december 1737 weer aan Willem van Rijssel, overste in Staatse dienst.